Ondernemers
Home / Echtscheiding / Ondernemers
Home / Echtscheiding / Ondernemers
Indien u heeft besloten om te gaan scheiden, dan heeft dit ook gevolgen voor u als ondernemer en uw eigen onderneming.
Wat er met uw onderneming gebeurt wanneer u gaat scheiden hangt van vele factoren af. Bent u in gemeenschap van goederen getrouwd, dan valt uw onderneming (of uw aandeel daarin) in de gemeenschap. Bent u op huwelijkse voorwaarden gehuwd, dan hangt de verdeling af van de gemaakte afspraken.
Bij een eenmanszaak (dus ook bij ZZP’ers) bestaat er geen scheiding tussen het privé vermogen en het ondernemingsvermogen. Als een van beide partners een eenmanszaak heeft en u bent getrouwd in gemeenschap van goederen dan zal bij een scheiding dan ook (het vermogen van) het bedrijf in de verdeling worden betrokken.
Bij een vennootschap onder firma (vof) waarin beide partners deelnemen zullen bij een echtscheiding beide vennoten hoofdelijk aansprakelijk blijven voor de schulden van de vof. Dit op basis van de ondernemingsrechtelijke aansprakelijkheid. Het eventueel bestaan van huwelijkse voorwaarden doet daaraan niet af. Als er ook andere firmanten deelnemen in de vof dan valt alleen dat deel wat van u of u samen is, in de gemeenschap van goederen. Dat deel zal dan tussen u beiden moeten worden verdeeld.
In het geval de onderneming in de vorm van een besloten vennootschap (B.V.) wordt gedreven en u in gemeenschap van goederen bent gehuwd, behoren de aandelen van de B.V. tot de gemeenschap van goederen en zullen de aandelen – ten behoeve van de scheiding en deling van de huwelijksgoederengemeenschap – gewaardeerd moeten worden. Daarbij kunnen verschillende waarderingsmethoden gehanteerd worden, die soms tot onderling zeer verschillende uitkomsten kunnen leiden.
Ook als u op huwelijksvoorwaarden bent gehuwd kan de bedrijfswaarde een rol spelen, bijvoorbeeld indien u heeft afgesproken om in het geval van een echtscheiding af te rekenen over het vermogen, of in het geval u tijdens het huwelijk geen uitvoering heeft gegeven aan een verrekenbeding. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar het artikel over Huwelijkse voorwaarden elders op onze website.
In het geval van een eenmanszaak of relatief kleine onderneming kan de waardering vaak in onderling overleg plaatsvinden. Het is raadzaam daarbij de hulp in te roepen van de eigen accountant, of als partijen er samen niet uitkomen van een onafhankelijke accountant. Er zijn diverse mogelijkheden om de waarde van de onderneming of de waarde van de aandelen te bepalen. Veel gebruikte rekenmethoden zijn:
De intrinsieke waarde van een bedrijf wordt bepaald door de som van de actuele waarde van alle activa, te verminderen met de waarde van alle passiva. In eerste instantie kan men dit afleiden uit het eigen vermogen (kapitaal), zoals dit op de balans staat vermeld. De boekwaarden van de activa dienen echter tegen actuele marktwaarde te worden gewaardeerd. De passiva (vreemd vermogen) dienen te worden gewaardeerd naar contante waarde. Een nadeel van deze methode is dat de balans slechts een momentopname is, en niets zegt over de toekomstige winstcapaciteit.
Hierbij wordt op basis van de geprognosticeerde toekomstige nettowinst (historische winst/afschrijvingen, incidentele lasten/baten en voorzieningen/reserve) een gekapitaliseerd bedrag vastgesteld. Deze methode houdt niet alleen rekening met de structurele winstcapaciteit van de onderneming, maar ook met de gewenste vermogensstructuur.
Allereerst wordt de actuele waarde van de activa bepaald en wordt bij een B.V. rekening gehouden met een belastinglatentie over het verschil tussen de actuele waarde en de boekwaarde volgens de balans. Zodra het balanstotaal en het eigen vermogen zijn gecorrigeerd, wordt gekeken naar de balansstructuur van de onderneming. De eventuele activa, die niet noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering (bijvoorbeeld overtollige liquide middelen) kunnen dan worden aangewend om een deel van het vreemd vermogen af te lossen.
Vervolgens wordt op grond van een normale solvabiliteit (bijvoorbeeld 30% van het gecorrigeerde balanstotaal) bepaald of er sprake is van een tekort of overschot aan eigen vermogen. Op basis van deze genormaliseerde balansstructuur worden de financieringskosten bepaald en gecorrigeerd op het resultaat. Na vaststelling van de rentabiliteitswaarde van de aandelen wordt deze rentabiliteitswaarde gecorrigeerd met het tekort of overschot aan eigen vermogen.
Deze methode gaat uit van de verwachte kasstromen, waaronder wordt begrepen de liquide middelen die jaarlijks beschikbaar komen (deze hoeven dus niet daadwerkelijk te hoeven uitgekeerd) voor aflossing en/of dividend (winst + afschrijvingen / netto investeringen in netto kapitaal en vaste activa).
Uitgangspunt bij de zgn. DCF-methode is aldus dat de waarde van een onderneming wordt bepaald door het geld dat ermee kan worden verdiend. Deze methode is de meest ingewikkelde manier, maar deze wordt over het algemeen ook wel gezien als de meest betrouwbare.
De DGA ontvangt vanuit de B.V. salaris. De DGA lijkt in dat opzicht op een werknemer in loondienst. Het grote verschil met een reguliere werknemer is echter dat de DGA zelf kan bepalen welk salaris jaarlijks wordt uitgekeerd. In het geval na scheiding alimentatie betaald moet worden, zal bij de berekening van de verschuldigde alimentatie moeten worden nagegaan of er een redelijk en marktconform salaris wordt uitgekeerd. Als dit niet het geval is, kan de rechter het salaris corrigeren. Ook is het mogelijk dat in het verleden juist op te grote voet is geleefd, en een te hoog salaris is vastgesteld ten opzichte van de resultaten in de periode voor de echtscheiding. Ook in dat geval dient een correctie plaats te vinden om te voorkomen dat een te hoog bedrag aan alimentatie wordt vastgesteld.
Wanneer een ondernemer gaat scheiden zal in sommige gevallen ook het in de onderneming opgebouwde pensioen moeten worden verdeeld. Volgens heersende rechtspraak mag de continuïteit van de onderneming daarbij niet in gevaar komen. Continuïteit van de onderneming op de lange termijn is voor beide partijen belangrijk. De ondernemer wil immers verder met zijn of haar bedrijf en de ex-partner wil geen financiële zorgen.
Toch loopt de ondernemer het risico dat een deel van de pensioenreserve moet worden afgestort. Dat deel dat bestemd is voor de (ex-)partner, zal dus in contanten aanwezig moeten zijn.
Vaak gaat het bij pensioenen om grote bedragen. Eventueel kan het pensioendeel dat voor de ex-partner is bestemd geruild worden tegen een ander waardevol bestanddeel. Daarbij dient wel goed rekening gehouden worden met fiscale gevolgen, zodat men niet achteraf voor onaangename verrassingen komt te staan.
Zoals u begrijpt komt er bij de afhandeling van een scheiding waarbij een bedrijf betrokken is veel kijken. Wij bieden u een zakelijke en gestructureerde aanpak van de echtscheiding, of u nu zelf ondernemer bent of de partner van de ondernemer. Wij kunnen u in contact brengen met een financieel adviseur of samenwerken met uw eigen accountant om inzicht te verkrijgen in uw situatie en de verschillende juridische en financiële vraagstukken te beantwoorden.
Kroonen Verdult & Menheere Advocaten is er voor u.