De wet bepaalt dat een verplichting tot betaling van partneralimentatie eindigt op het moment dat de ex-partner met een ander gaat samenwonen als ware zij gehuwd.
Voor een bevestigende beantwoording van de vraag of sprake is van samenwonen dient sprake te zijn van een affectieve relatie van duurzame aard, wederzijdse verzorging én het voeren van een gemeenschappelijke huishouding.
Op 16 februari 2016 deed het Gerechtshof van Arnhem-Leeuwarden uitspraak in een dergelijke alimentatiezaak. Het Gerechtshof overwoog in deze zaak dat de man onvoldoende had aangetoond dat sprake was van een wederzijdse verzorging en een gemeenschappelijke huishouding. De argumenten van de man dat de vrouw en haar partner regelmatig samen eten, samen op vakantie gaan, dat zij gebruik maken van elkaars auto en gezamenlijk kleding, meubels en boodschappen kopen troffen – ondanks dat de man ook een observatie rapport had in gebracht – geen doel. Het verzoek tot beëindiging van de alimentatie werd dan ook afgewezen.
Het moge duidelijk zijn dat rechters een strenge toets toepassen. De bewijslast is zwaar, omdat een eenmaal beëindigde alimentatieverplichting nimmer meer herleeft. Ook niet als de nieuwe relatie strandt.
Benieuwd naar de hele uitspraak? Klik hier.
Zit u in een situatie die om een beëindiging of vermindering van alimentatie vraagt, aarzel dan niet om ons te raadplegen. Neem gerust contact op via tel.nr 010 -260 3000 of via onderstaande button.
Neem direct contact op