Eerder schreven wij al dat een daling van het inkomen van een ondernemer niet automatisch leidt tot een verlaging van de alimentatie. Zo wordt niet alleen gekeken naar de inkomensdaling, maar ook naar de wijze waarop de ondernemer deze al dan niet tijdelijke inkomensdaling kan opvangen.

In een eerder blog van 4 januari 2021 haalden wij hierover een uitspraak aan van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 8 december 2020. In die uitspraak werd een verzoek tot verlaging van de alimentatie van de betreffende ondernemer afgewezen. Het Gerechtshof oordeelde in die zaak dat er weliswaar sprake was van een omzetdaling door Covid-19, maar ook dat de ondernemer de (tijdelijke) omzetdaling kon opvangen met zijn kapitaal in de onderneming. Met andere woorden: van de ondernemer werd verwacht dat hij de alimentatie gewoon doorbetaalde door in te teren op het in zijn onderneming opgebouwde kapitaal.

Het kan ook anders

Het oordeel van de rechtbank Gelderland pakte in een uitspraak van 23 februari 2021 voor de ondernemer wat gunstiger uit. De rechtbank maakte uit zichzelf een onderscheid tussen de corona-crisis-periode  en de periode daarna. De rechtbank overwoog daarbij het volgende.
“Er wordt vanuit gegaan dat de coronacrisis ooit weer voorbij is en dat we terug gaan naar een normale situatie, zoals deze was voor maart 2020. Op dit moment is er nog geen zicht op een einde van de crisis, maar de rechtbank verwacht in ieder geval dat vanaf 1 januari 2022 in Nederland weer grotendeels het normale leven is opgestart. De meeste mensen zijn dan immers gevaccineerd, zodat de lockdown beperkingen dan naar verwachting niet meer nodig zijn. Het uitgangspunt is dat de man na het einde van de coronacrisis weer de omzet kan behalen die hij had in 2018 en 2019, zodat er dan geen sprake is van een wijziging van inkomen.”

Mede op basis van het voorgaande stelde de rechtbank de alimentatie met ingang van 19 augustus 2020 op een lager bedrag dan het was en oordeelde dat de oorspronkelijke alimentatiebijdrage met ingang van 1 januari 2022 weer zou herleven. Een tijdelijke verlaging van de alimentatie dus.

Uit deze uitspraken blijkt maar weer dat de uitkomst van een procedure altijd afhankelijk is van alle feiten en omstandigheden en dat geen enkele procedure hetzelfde is. In dit geval leidde een vrijwel gelijke situatie immers tot een geheel andere uitkomst. De rechtbank Gelderland koos voor een creatieve en oplossingsgerichte aanpak door uit eigen beweging onderscheid te maken tussen twee periodes, hetgeen voor de ondernemer leidde tot een tijdelijke verlaging van de alimentatie.

Niet alle rechters zijn zo pro-actief en creatief. Dan is het wel zo handig als de advocaat dat wel is. Onze advocaten hebben die creativiteit in huis. Wij zoeken naar de beste oplossing voor uw situatie en focussen ons niet op wat niet mogelijk is, maar op wat wél mogelijk is.

Heeft u vragen over dit onderwerp of andere vragen over alimentatie? Neem dan gerust contact met ons op. Wij helpen u graag op weg.

Benieuwd naar de volledige uitspraak? Lees hier.