Advocaat Maria Menheere van ons kantoor was recent betrokken bij een zaak waarin de rechtbank Den Haag besliste dat het recht op partneralimentatie, waar de vrouw zich op beriep, reeds jaren geleden was vervallen. Maria Menheere stond de man, die de partneralimentatie volgens de vrouw zou moeten voldoen, bij. Voor ons kantoor en voor de cliënt een mooie uitspraak, die ons een goede aanleiding geeft informatie met u te delen omtrent de verjaring van een alimentatierecht.
Als een onderhoudsplichtige volgens een gerechtelijke beslissing een alimentatie dient te betalen, dan gaat het om een betaling, die iedere maand moet worden gedaan. Als er niet wordt betaald, en er ook geen mogelijkheid is om betaling, bijvoorbeeld door beslaglegging af te dwingen, dan is het belangrijk om het volgende te weten.
Voor rechterlijke uitspraken geldt in zijn algemeenheid dat deze gedurende een periode van 20 jaar na het geven daarvan tenuitvoer kunnen worden gelegd. Voor rechterlijke uitspraken waarin een alimentatie is opgenomen, geldt echter een veel kortere verjaringstermijn van vijf jaar. Voor iedere onbetaalde termijn waarna er vijf jaar voorbij zijn gegaan zonder enige actie, geldt dat die die betreffende termijn verjaart. De alimentatiegerechtigde kan dan fluiten naar de centen over die maanden die meer dan vijf jaar geleden betaald hadden moeten worden.
Maar als het in die periode gewoon niet lukt om betaling te krijgen, wat kun je dan doen ?
Dan kun je de verjaring ‘stuiten’. In de wet staat dat dit op verschillende manieren kan gebeuren: bijvoorbeeld een brief waarin je aangeeft dat de betaling van de alimentatie moet worden nagekomen, maar ook betekening door de deurwaarder van de uitspraak aan de alimentatieplichtige met dezelfde boodschap. Als een alimentatiegerechtigde erkent dat hij (nog) moet betalen, geldt dat ook als een vorm van stuiting.
Wat is het nut van stuiting ? Heel simpel: de verjaringstermijn gaat opnieuw lopen, wederom voor vijf jaar van het moment van stuiting én de alimentatievordering vervalt niet. En dat betekent dat op het moment dat er bij een alimentatieplichtige wel alimentatie geïnd kan worden, de alimentatievordering nog steeds bestaat.
Doet de alimentatiegerechtigde echter niets, dan betekent dat dat hij of zij na ommekomst van vijf jaar, en zonder stuiting, betaling van oudere termijnen ook niet meer kan afdwingen.
Mocht de alimentatiegerechtigde toch aanspraak maken op die termijn(en), dan kun je je als alimentatieplichtige beroepen op verjaring. Zo’n procedure is niet altijd eenvoudig maar wel belangrijk.
Terug naar de zaak waarin Maria Menheere de man bijstond die werd aangesproken tot betaling van – volgens hem – verjaarde partneralimentatie. In die zaak had de vrouw, de alimentatiegerechtigde, jarenlang stil gezeten. Kort nadat zij naar het buitenland (de Verenigde Staten) verhuisd was, ging zij dáár alsnog de alimentatie innen door beslag op het pensioen van de man leggen, dat in de VS tot uitbetaling kwam. De Amerikaanse rechter stond de vrouw toe de alimentatie te innen, ondanks het verweer van de man dat de Nederlandse uitspraak niet meer geldend was. De Amerikaanse rechter gaf echter wel aan, dat hij over de geldigheid van de Nederlandse beschikking niet kon oordelen, en deelde de man mee hij dit maar aan de Nederlandse rechter moest voorleggen. Dat heeft de man dan ook gedaan. De rechtbank oordeelde dat de vrouw niet heeft aangetoond dat zij de verjaringstermijn tijdig en op de juiste wijze heeft gestuit en dat haar vorderingen vervallen waren.
Benieuwd naar de volledige uitspraak? Klik hier
Meer weten over verjaring, alimentatie of andere onderwerpen binnen het familierecht?
Neemt u dan gerust contact met ons op. Wij helpen u graag verder.