Hoewel de advocatuur en de rechterlijke macht met de grootst mogelijke zorgvuldigheid hun werk doen, blijft het mensenwerk en komt het wel eens voor dat er fouten worden gemaakt. Een naam die verkeerd wordt gespeld, een bedrag met een nul te veel óf juist met een nul te weinig etc.
Hoewel sprake kan zijn van een kleine fout of vergissing, kunnen deze in de praktijk ingrijpende gevolgen hebben. Zo is het bijvoorbeeld nogal een verschil of je € 100,00 of € 1.000,00 per maand aan kinderalimentatie moet betalen. In een situatie is het vaak niet nodig om in hoger beroep te gaan om tot aanpassing van de uitspraak te komen, omdat de rechtbank kan worden gevraagd om de uitspraak te herstellen.
Hoe dat zit? Dat leggen we hier graag verder uit.
Herstel van een uitspraak
De rechter kan op twee gronden een fout of vergissing in een uitspraak op verzoek van een partij herstellen.
De eerste grond is een zgn. kennelijke fout en betreft herstel van de uitspraak door verbetering daarvan. Artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering bepaalt dat de rechter te allen tijde, zowel op verzoek van een partij als ambtshalve, een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent aan kan passen. Er moet daarbij sprake zijn van overduidelijke verschrijvingen of rekenfouten, waarbij voor partijen en derden direct duidelijk is dat sprake is van een vergissing.
De tweede grond betreft een verzoek tot aanvulling van de beschikking als de rechtbank bij vergissing is vergeten te beslissen op een onderdeel van de vordering of het verzoek.
Een verzoek tot verbetering of aanvulling kan eenvoudigweg worden gedaan door een advocaat een brief aan de rechtbank te laten schrijven, waarin goed onderbouwd om verbetering of aanvulling van de uitspraak wordt verzocht. Gebruikelijk is daarbij dat de rechtbank na ontvangst van een herstelverzoek de andere partij in de gelegenheid stelt om zich uit te laten over dat verzoek. Dit opdat het beginsel van hoor en wederhoor zal worden geëerbiedigd.
Tegen de verbetering of de weigering daarvan staat geen voorziening open. Dat betekent dat – als de rechtbank het verzoek tot verbetering toe- of afwijst – tegen deze beslissing geen hoger beroep mogelijk is. Als de rechtbank het verzoek tot verbetering of aanvulling afwijst staat natuurlijk wel gewoon hoger beroep open tegen de ‘foute’ uitspraak van de rechtbank, maar dat zal dan bij het Gerechtshof moeten worden ingesteld binnen de termijn die daarvoor op grond van de wet openstaat.
Wacht niet te lang
Als er een fout is gemaakt in de uitspraak is het wel van belang om zo snel mogelijk om herstel te vragen. Het kan namelijk een aantal weken duren voordat de rechtbank op het verzoek tot verbetering beslist en in die periode loopt de termijn voor hoger beroep gewoon door. Hoe sneller op het verzoek kan worden beslist, hoe sneller duidelijk is of de rechtbank tot herstel overgaat of dat alsnog een hoger beroep moet worden ingesteld.
Heeft u een uitspraak in een familierechtprocedure ontvangen en twijfelt u of om herstel kan worden gevraagd? Neem dan gerust contact met ons op.
Wij controleren graag voor u of een fout in een vonnis of beschikking zich leent voor herstel of dat een hoger beroep noodzakelijk is. In beide gevallen hebben we de expertise in huis om u bij te staan.