Wie kent ze niet? De Hollywood-films waarin een vader, moeder of ex-partner tijdens een huwelijksvoltrekking opveert en hard ”I object!” roept, op de vraag of er iemand is die bezwaren heeft tegen het huwelijk zoals dat op het punt staat te worden voltrokken.
Heb je je wel eens afgevraagd of het in Nederland ook mogelijk is om een huwelijk tegen te houden? Het antwoord is: “ja, dat is zeker mogelijk”. Alleen niet door een bezwaar uit te roepen op het laatste moment en zeker niet door iedere willekeurige persoon.
In Nederland kennen we het begrip stuiting van een huwelijk. Een huwelijk kan alleen gestuit worden als:
– partijen niet met elkaar mogen trouwen op grond van de wet of
– als partijen niet allebei in staat zijn om hun vrije wil om het huwelijk aan te gaan te bepalen, of
– als het oogmerk van (één van de) aanstaande echtgenoten (slechts) gericht is op het
verkrijgen van toelating tot Nederland.
Bloedverwanten in de rechte lijn, broers, zussen, voogden en curatoren van de aanstaande echtgenoten zijn bevoegd tot een stuiting van het huwelijk. Zij mogen dat tevens doen als de andere aanstaande echtgenoot onder curatele staat, en het huwelijk klaarblijkelijk het ongeluk zou betekenen van de partij, waarvan zij bloedverwant, voogd of curator zijn.
Wat dat “in het ongeluk zal storten” exact betekent zegt de wet dan weer niet. Of daarvan sprake is zal dus geheel van de omstandigheden van het geval afhangen.
Voornoemde personen zijn bevoegd tot stuiting, zij behoeven dat echter niet te doen.
Het openbaar ministerie is in sommige gevallen echter wel verplicht een voorgenomen huwelijk te stuiten als sprake is van een huwelijk beletsel (al gehuwd, geregistreerd partner, gestoorde geestvermogens en daardoor niet in staat de wil te bepalen, of familierechtelijke relatie in de opgaande of neergaande lijn, danwel broer of zus, tussen de aanstaande echtgenoten) of het oogmerk van (één van de aanstaande echtgenoten) niet is gericht op de vervulling van de door de wet aan de huwelijkse staat verbonden plichten, doch op het verkrijgen van toelating tot Nederland.
De stuiting dient voor het huwelijk plaats te vinden door betekening van een akte van stuiting aan de ambtenaar van één van de gemeenten waar het huwelijk kan worden voltrokken. In de akte moet onder andere vermeld worden waarom je het huwelijk wenst te stuiten en waarom je bevoegd bent om het huwelijk te stuiten. Deze stuiting heeft onmiddellijke werking. Dat wil zeggen dat er pas kan worden getrouwd als de stuiting is opgeheven!
Een stuiting kan worden opgeheven op dezelfde wijze waarop zij is geschied (door betekening), en door een verklaring in persoon afgelegd, door een notariële verklaring of door een uitspraak van de rechtbank, waartegen geen rechtsmiddel (bijv. hoger beroep) open staat.
Eenvoudig blijkt het dus niet, zo’n stuiting.
Toch komt het nog wel eens voor dat een huwelijk wordt gestuit. Zo hadden ouders in een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 23 januari 2015 het huwelijk van hun dochter gestuit, omdat zij het duidelijk niets eens waren met de keuze voor hun aanstaande schoonzoon. De dochter zou niet in staat zijn om haar wil te bepalen of de betekenis van haar verklaring om in het huwelijk te willen treden te begrijpen als gevolg van een storing van haar geestvermogens.
De ouders gaven te kennen sterke twijfels over hun aanstaande schoonzoon te hebben.
Zo zou hij leugens en halve waarheden over diverse zaken vertellen zoals zijn afkomst, zijn werk en zijn woonadres. Daarnaast baarde het hen zorgen dat hij steeds in andere, dure auto’s reed, dat hij de dochter in korte tijd twee gouden ringen met saffieren en diamanten had geschonken, dat de dochter nauwelijks bereikbaar was voor familie en vrienden, dat hun dochter na een week ineens een ander mobiel nummer had, dat de aanstaande schoonzoon een huurwoning bewoonde die hij vermoedelijk had moeten verlaten in verband met vrouwenhandel, dat hij eerder had samengewoond met een Poolse prostituee en de dochter had verklaard dat hij een ‘rugzakje’ had. Kortom, er leek weinig positiefs te vermelden over de aanstaande schoonzoon.
De rechtbank volgde de ouders niet in hun stellingen.
Naar het oordeel van de rechtbank bleek niet van een stoornis van de geestvermogens bij de dochter. Volgens de rechtbank was de dochter vrij in haar partnerkeuze en zou – zelfs als alle beschuldigingen aan het adres van de aanstaande schoonzoon waar zouden zijn – dit geen afbreuk doen aan die vrij partnerkeuze van de dochter. Het stond haar vrij om – in de ogen van de ouders – een verkeerde keuze te maken.
De rechtbank concludeerde dat niet gebleken was van een wettelijk huwelijksbeletsel in de zin van de wet. Dit leidde ertoe dat de rechtbank het verzoek van de dochter tot opheffing van de stuiting toewees.
Er kon dus alsnog getrouwd worden.
Benieuwd naar de volledige uitspraak? Lees hier
Heeft u vragen over de stuiting van een huwelijk of andere vragen met betrekking tot het familierecht? Neem dan gerust contact met ons op.