Regelmatig schrijven wij over interessante uitspraken en ontwikkelingen binnen het familierecht. De rechtbank Gelderland deed onlangs een bijzondere uitspraak die wij u zeker niet willen onthouden.
In deze zaak ging het om een echtpaar, dat tijdens hun huwelijk een kind hadden gekregen, dat was overleden. Ook de man was inmiddels overleden. Door middel van zgn. postmortale inseminatie was de vrouw echter weer zwanger van de man.
De vrouw verzocht de rechtbank om het ouderschap van haar reeds overleden man vast te stellen ten aanzien van het kind waarvan zij thans zwanger was en te bepalen dat het (nog) ongeboren kind vanaf de geboorte de achternaam van haar overleden man zou dragen. De vrouw vond dit in het belang van het (nog) ongeboren kindje en zij vond deze vaststelling om emotionele reden voor zichzelf ook essentieel. Bovendien was dit voor de vrouw een uiting van respect richting haar overleden echtgenoot en zijn familie.
Eigenlijk een heel begrijpelijk en gewoon verzoek, denkt u wellicht.
Echter in de wet staat dat een verzoek van een moeder tot vaststelling van het ouderschap door de rechter dient ingediend te worden binnen vijf jaren ná de geboorte van een kind.
En in deze zaak was het kindje nog niet geboren.
De moeder deed daarom een beroep op artikel 1:2 BW, waarin staat dat een kind waarvan een vrouw zwanger is als reeds geboren kan worden aangemerkt, zo dikwijls zijn belang dit vordert. De rechtbank achtte dit belang hier aanwezig, zodat het verzoek van de vrouw ontvankelijk was en dit inhoudelijk werd beoordeeld.
Uit de uitspraak bleek dat de man bij een notaris had verklaard, dat na zijn overlijden zijn ingevroren sperma en embryo’s door de vrouw gebruikt mochten worden om een zwangerschap bij haar te bewerkstelligen. Tevens was er een verklaring van de behandelend arts, dat de vrouw een IVF behandeling had ondergaan en dat voor deze IVF-behandeling het spermastaal van de man was gebruikt.
Op basis van deze feiten en omstandigheden, oordeelde de rechtbank dat genoegzaam vast was komen te staan dat de overleden echtgenoot de verwekker van het (nog) ongeboren kind was. Het verzoek tot de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap werd daarom toegewezen én door de rechtbank werd vastgesteld dat het nog ongeboren kind de geslachtsnaam van de man zou dragen.
Deze uitspraak is een mooi voorbeeld van een procedure die op het eerste gezicht niet wettelijk mogelijk lijkt, maar het toch blijkt te zijn. Voor ons als advocaten interessant, maar vooral voor alle betrokkenen heel mooi.
Benieuwd naar de volledige uitspraak van de rechtbank Gelderland van 20 mei 2021?
Lees hier.
Heeft u vragen over dit onderwerp of andere vragen op het gebied van het familierecht.
Neem gerust contact met ons op. Wij bieden u graag de helpende hand.