De wet bepaalt dat de man of vrouw die ten tijde van de geboorte is gehuwd met de vrouw uit wie een kind is geboren, automatisch de juridisch ouder van dat kind is.
Als een kind buiten een huwelijk wordt geboren is de situatie anders. Het kind heeft dan bij de geboorte nog geen juridische vader of tweede moeder. Daarvoor moet het kind eerst erkend worden. De erkenner zal doorgaans de biologische vader van het kind zijn of de vrouw die als partner van de moeder heeft ingestemd met een daad die mogelijk de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad (duo-moeder), maar dat is geen vereiste voor een erkenning.
Zo komt het bijvoorbeeld met enige regelmaat voor dat de moeder aan een andere man, bijvoorbeeld haar nieuwe partner, toestemming verleent voor erkenning van het kind door die man. Die man kan dan rechtsgeldig het kind erkennen en wordt daarmee de juridische vader daarvan.
Voor een erkenning van een kind is de toestemming van de moeder nodig. Als die toestemming er is, wordt niet gecontroleerd of de erkenner ook de biologische vader of de vrouwelijke instemmende partner van de moeder is.
Als een biologische vader of partner van de moeder het kind wenst te erkennen maar de moeder weigert haar toestemming daartoe te geven, deze de rechtbank vragen om vervangende toestemming te verlenen voor de erkenning van het kind. De benodigde toestemming van de moeder wordt dan vervangen door die van de rechtbank.
Voor het vragen van vervangende toestemming gelden geen termijnen. Dit kan zelfs nog jaren na de geboorte van een kind gevraagd worden. Toch kan het belangrijk zijn om daar niet te lang mee te wachten. Immers: als het kind al door een ander is erkend dan heeft het kind al twee juridische ouders en is erkenning door de biologische vader en instemmende partner van de moeder niet zonder meer mogelijk.
Maar is erkenning in zo’n situatie ook echt onmogelijk?
Nee, zeker niet!
De Hoge Raad heeft al in 2002 (HR 31 mei 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE0745, NJ, 2002/470) bepaald dat, indien de verwekker een verzoek tot het verkrijgen van vervangende toestemming bij de rechtbank heeft ingediend, de moeder vanaf dat moment tot het moment dat daarop definitief door de rechter is beslist, geen onvoorwaardelijke toestemming tot erkenning meer kan geven aan een andere man.
In dat geval kan de moeder aan een andere man slechts voorwaardelijk toestemming tot erkenning geven en die toestemming heeft alleen gevolg als de door de verwekker gevraagde vervangende toestemming bij een definitief geworden rechterlijke beslissing is geweigerd.
In een latere uitspraak van de Hoge Raad (HR 30 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3196) bepaalde de Hoge Raad dat de toestemming tot erkenning ook voorwaardelijk is als de moeder toestemming tot erkenning geeft aan een andere man, nadat de verwekker via zijn advocaat te kennen had gegeven dat hij het kind wilde erkennen. De Hoge Raad hield daarbij wel een termijn aan van drie maanden waarbinnen de erkenner zich dan ook echt tot de rechter dient te wenden om vervangende toestemming te verkrijgen.
De verwekker kan zijn verzoek bij de rechtbank dus niet later indienen dan drie maanden ná de dag waarop de brief van de advocaat aan de moeder is verzonden. Als dat niet gebeurt, dan wordt een door de moeder aan een andere man gegeven toestemming wel onvoorwaardelijk en is erkenning door de biologische vader of instemmende partner van de moeder daarna dus niet meer mogelijk.
Voor een verwekker die geen toestemming van de moeder krijgt om zijn kind te erkennen, kan het dus van groot belang zijn om niet te lang te wachten met het (schriftelijk) vragen van die toestemming tot erkenning aan de moeder en zich, bij het uitblijven van die toestemming van de moeder, tot de rechter te wenden met een verzoek om hem vervangende toestemming tot erkenning te verlenen.
Wilt u uw kind erkennen en weigert de moeder toestemming? Of heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust contact met ons op. Wij voorzien u graag van advies.