Eerder schreven wij al over zogeheten dwangmiddelen, die als stok achter de deur dienen om nakoming van rechterlijke uitspraken af te dwingen. Hoewel rechters zeer behoedzaam met deze dwangmiddelen omgaan, kan zo’n dwangmiddel zeker aan de rechter worden gevraagd als de situatie zich daarvoor leent.
Dit blijkt maar eens te meer uit een recente uitspraak van de rechtbank Limburg van 31 maart 2021 waarin de rechtbank notabene het zware dwangmiddel van lijfsdwang uitsprak.
De procedure
In deze procedure had de rechtbank de vrouw bij beschikking van 3 april 2020 al bevolen om medewerking te verlenen aan een DNA test op verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag voor iedere dag dat zij daarmee in gebreke bleef.
Helaas had deze beslissing van de rechtbank de man – die het verzoek om een vaderschapstest had gedaan – niet verder gebracht. De vrouw verleende geen medewerking aan de test en de dwangsommen bleken niet te kunnen worden geïnd vanwege haar financiële situatie. Het dwangmiddel, de financiële prikkel, om haar medewerking te verlenen aan de uitvoering van de vaderschapstest bleek dus vruchteloos. De man had zich daarop opnieuw tot de rechtbank gewend en onder andere verzocht om een ander dwangmiddel te mogen toepassen, en wel de zogeheten lijfsdwang. Lijfsdwang betekent dat de weigerachtige wederpartij kan worden opgesloten in het huis van bewaring totdat deze wél aan de uitspraak voldoet. De man stelde in dit verband dat het pressiemiddel van de dwangsom geen impact had, omdat deze niet kon worden geïnd.
De vrouw verzette zich op haar beurt tegen de lijfsdwang en voerde aan dat zij de zorg had over haar gezin, bestaande uit vijf kinderen, variërend in de leeftijd van 1,5 jaar tot 8 jaar. Lijfsdwang zou in die situatie volstrekt disproportioneel zijn en zeker niet in het belang van de vijf kinderen die dringend de zorg van hun moeder nodig hadden, aldus de vrouw.
Korte metten
De rechtbank maakte korte metten met de opstelling van de vrouw.
De rechtbank achtte het voor de betrokken minderjarige (nog steeds) van zwaarwegend belang dat hij zekerheid zou verkrijgen over zijn biologische afstamming en inmiddels waren al meer dan twee jaar verstreken, zonder dat de vrouw – ondanks een toezegging daartoe – haar medewerking aan een vaderschapstest had verleend. De rechtbank was van oordeel dat aan die houding van de vrouw dringend een halt moest worden toegeroepen en dat daarom lijfsdwang ten aanzien van haar gerechtvaardigd was.
Ten aanzien van de door de vrouw gevoerde argumenten overwoog de rechtbank nog expliciet dat de vrouw het zelf in de hand had of toepassing aan de lijfsdwang al dan niet zou worden gegeven. Om zulks te voorkomen zou zij simpelweg zo snel mogelijk een afspraak dienen te maken met Verilabs voor de DNA-afname van haar en de minderjarige.
Deze uitspraak laat zien dat er wel degelijk mogelijkheden bestaan om de naleving van rechterlijke uitspraken af te dwingen. Eenvoudig blijkt het echter niet. In deze situatie bleken meerdere procedures nodig en is ten minste twee jaar over de kwestie geprocedeerd. Een situatie die helaas niet ongebruikelijk is.
Komt jouw ex-partner een rechterlijke uitspraak niet na en ben je benieuwd naar wat mogelijk is in jouw situatie?
Neem dan gerust contact met ons op. Wij kijken graag naar wat we je voor je kunnen betekenen en geven je een realistisch advies over de mogelijkheden.
Benieuwd naar de volledige uitspraak? Lees hier.